NRC | Duizenden mensen, onder wie leraar Yousif, zijn de afgelopen dagen vanuit Oost-Ghouta geëvacueerd naar oppositiegebied. Daarmee is de val van de rebellenenclave bijna een feit. Yousif, een 27-jarige leraar, was een van de 1.580 mensen, waaronder 413 gewapende strijders, die vrijdag uit Harasta zijn geëvacueerd naar oppositiegebied in Noord-Syrië. Hij logeert daar nu bij een vriend terwijl hij wacht op zijn vrouw en kind: die bevonden zich in een ander deel van Oost-Ghouta toen de enclave door het regeringsoffensief opgesplitst raakte.
„Het is hier ook niet helemaal veilig: de frontlijn is dichtbij en er wordt sporadisch gebombardeerd. Maar dat is niets in vergelijking met de hel van Oost-Ghouta”, zegt Yousif aan de telefoon. Hij geeft om veiligheidsredenen alleen zijn voornaam. De beslissing om te vertrekken was geen gemakkelijke. Eigenlijk was Yousif van plan geweest om in Harasta te blijven tot de dood. Daarom had hij vrouw en kind naar ietwat veiliger gebied gestuurd.