DE GROENE AMSTERDAMMER | Komende maanden worden er nog veel meer Amazone-branden verwacht. Toch gloort er een beetje hoop. De Braziliaanse bourgeoisie begint afstand te nemen van president Jair Bolsonaro. ‘Deze regering is een gevaar voor het land en de mensen.’
‘Als jij nou eens begint met om de andere dag te poepen, dan hebben we een groot deel van het milieuprobleem opgelost’, blafte de Braziliaanse president Jair Bolsonaro een journalist toe. Het was eind juni. De verslaggever had het gewaagd de voormalige legerkapitein te vragen waarom hij de directeur van het Braziliaanse instituut voor ruimteonderzoek, INPE, had ontslagen. In 1998 leidde een apocalyptische zee van bosbranden in de Amazone tot de oprichting van het instituut. Net als nu kwam de wereld in opstand en eiste maatregelen.
Het INPE groeide uit tot een internationaal gerespecteerde staatsinstelling die met zijn satellieten de ontbossing van de Amazone tot op de boom nauwkeurig bijhoudt. Met deze data sturen ze de boswachters aan op de grond, zodat die weten waar ze moeten optreden. Zo zette sinds het aantreden van de linkse president Lula in 2003 een gestage daling in van de vernietiging van het regenwoud waarvoor Brazilië veel lof kreeg. En ook financiële steun, zoals het Amazonefonds, waarin Noorwegen en Duitsland miljarden stortten.