De gele hesjes

DE GROENE AMSTERDAMMER | Het protest van de ‘gele hesjes’ is in een nieuwe fase beland. Burgers pikken Macrons beleid van lastenverlichting voor de rijken en lastenverzwaring voor de middenklasse niet meer. ‘We zijn een fase van ultraradicalisering ingegaan, nog even en er breekt oproer uit’.

Op 29 mei 1968 belde de filosoof Raymond Aron met zijn voormalige leermeester, de van oorsprong Russische Alexandre Kojève. Parijs was al weken in de ban van gewelddadige protesten. En Aron maakte zich zorgen. Wat was begonnen als ludiek studentenprotest met leuzen en sit-ins was verworden tot een opstand waarbij hele veldslagen werden uitgevochten met de politie. Het ging hard tegen hard. Was zich een revolutie aan het voltrekken?

Aron kende de enigmatische Kojève sinds de jaren dertig, toen hij, in gezelschap van onder anderen Jean-Paul Sartre, diens beroemde seminar over Hegel bijwoonde. Kojève, die een fascinatie voor Stalin had en correspondeerde met de rechtse filosoof Carl Schmitt, antwoordde met een tegenvraag. Of men erop uit was te doden, wilde hij weten. Zo niet, dan was er weinig aan de hand. Aron had zich mee laten slepen, besefte hij nadat hij de hoorn eenmaal had neergelegd. Wat hij aanschouwde was iets dat léék op een revolutie. Kojève zou gelijk krijgen: de orde werd spoedig hersteld. En tijdens de verkiezingen later dat jaar behaalde de conservatieve Union pour la défense de la République een verpletterende meerderheid.